Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Mijn liefhebbers en mijn vrienden staan van [17]tegenover mijn plage, en mijn nabestaanden staan van verre. 17. Dat is, zij houden zich van mij af, mijne ellende als van verre aanziende; waaruit sommigen afnemen dat het de pestilentie of immers enige andere besmettelijke of vuile krankheid geweest is.